Volgens het Robert Koch Institut (RKI) is het volgende bekend over immuniteit tegen COVID-19:
- Besmetting met SARS-CoV2 leidt tot aanmaken van verschillende soorten antilichamen, gemiddeld (mediaan) in de tweede week na symptoombegin.
- Op dit moment is nog onduidelijk hoe robuust en duurzaam deze bescherming is
- Neutraliserende antilichamen worden typisch 2 weken na symptoombegin gevonden, maar niet bij iedereen
- Er zijn vermoedens voor een kruisimmuniteit, dus dat sommige mensen die eerder met endemische Coronavirussen (bijvoorbeeld verkoudheid) in contact geweest zijn een beperkte bescherming ook tegen SARS-COV2 hebben
- T-cellen zijn ook bij asymptomatisch besmette personen gevonden zonder dat antilichamen waargenomen konden worden. Of deze T-cellen bescherming tegen herhaalde infectie bieden is nog onduidelijk.
- Ervaringen met andere coronavirussen (SARS en MERS) duiden op een duur van de immuniteit tot 3 jaar. Echter, om hier duidelijkere uitspraken over te maken is nog onderzoek nodig.