Volgens het Robert Koch Institut (RKI) is het volgende bekend over overdracht van het SARS-CoV2 virus:
- De hoofdroute voor overdacht van SARS-CoV2 is aerogene transmissie. Hierbij is de overgang tussen (grote) druppels en aerosolen niet scherp. Grote druppels vallen snel naar de grond en zijn daarom alleen korte tijd en op korte afstand besmettelijk.
- Aerosolen worden afgezonderd bij het uitademen en spreken; bij schreeuwen en zingen wordt extra veel aerosol uitgestoten. Door hoesten en niezen ontstaan bovendien ook grotere druppels. Zowel voor druppels als ook voor aerosolen geldt dat de besmettingskans binnen 1-2m duidelijk hoger is dan op grotere afstand. (bronnen 3 – 16). Een mondkapje kan dit risico verlagen.
- Langere oponthoud in kleine en/of slecht geventileerde ruimtes kan de kans op overdracht door aerosolen ook op een grotere afstand verhogen. In dat geval is de afstandsregel alleen niet meer voldoende. Een voorbeeld is het gezamenlijke zingen in een binnenruimte waarbij het tot zeer hoge aantallen besmettingen kwam die elders maar zelden werden geobserveerd. (bronnen 17 en 18)
- Overdracht in de buitenlucht zijn uitzonderlijk maar niet onmoglijk. (bron 20). Zeker in combinatie met het houden van afstand is het risico op overdracht buiten zeer klein.
- Overdracht via besmette voorwerpen en oppervlaktes is niet uit te sluiten.